zondag 3 mei 2020

't kèn nèt

't kèn nèt' kan in de Nederlands op twee manieren worden geïnterpreteerd. Op zijn Brabants of op zijn Fries. De Brabanders zijn in dat opzicht wat positiever dan de Friezen, bij hen 'kan het namelijk net'. Bij Friezen 'kan het niet'.

Ik had vandaag een typisch gevalletje 't kèn nèt'.

In de keuken moest de kopse kant van een nieuw gezette muur nog worden afgewerkt. Gisteren plaatsten Bart en ik een flinke houten balk om het frame van de gipsplaten af te dekken. Er bleef echt nog een flinke spleet zichtbaar tussen het spackwerk van de muur en de balk.


Gewapend met Spack vuller, schilderstape, een penseel en wat water trok ik ten strijde. Zelf was ik in de veronderstelling dat een tube van 330 gram genoeg zou moeten zijn. Bart dacht daar anders over en op zijn advies namen we een tweede tube mee.

Na ongeveer 10 cm te hebben gevuld, begreep ik dat de tweede tube een wijs besluit was geweest. Ik had al namelijk een groot deel van de eerste tube gebruikt. Uiteindelijk kon ik met de eerste tube de eerste helft van mijn klus klaren. Alleen was ik er niet 100% zeker van dat de tweede tube genoeg zou zijn voor het tweede stuk. Een gevalletje 't kèn nèt'.

Het leek er even op dat het om de Friese betekenis van de uitspraak zou gaan. Beide tubes had ik grondig leeg geknepen en mijn vuller was op, terwijl ik nog 6 cm moest vullen.....


De enige wat ik me nog kon bedenken, was het opensnijden van de tubes in de hoop dat er nog een klein restantje in zou zitten. Met de bovenkant van de tubes af, kon ik met een plamuurmes de binnenkant schoon schrapen. Omdat de tubes te hoog waren voor het plamuurmes, moest ik nog een keer snijden. Uiteindelijk had ik nog een flinke dot vuller wat gelukkig meer dan genoeg was voor het laatste stukje.


En daarmee ging het dus ineens om de Brabants betekenis van de uitspraak; het kon net!


2 opmerkingen: